februari 2016//

La ville lumière

FPE_20131115_0354
eiffeltoren 2
parijs 2012
FPE_20121115_0290
parijs 2012
parijs 2012
FPE_20121117_0059
FPE_20131114_0647
parijs 2012
FPE_20131115_0154

 

Paris … oh la la? 5 tips voor la Ville Lumière

 Parijs, de lichtstad. Als je daar geen mooie foto’s kunt maken… dan moet je deze vijf tips maar eens lezen.

Tip 1: Begin direct met fotograferen

Een goeie tip, geleerd van David Bailey. Als je net in een nieuwe stad bent aangekomen is alles nieuw, vreemd en boeiend. En dat zie je terug in je foto’s. Na een paar dagen ben je gewend en zie je gewoon minder. Stel daarom je fotografie niet uit, maar begin direct na aankomst.

Tip 2: Hou je ogen open

Fotografie is kijken, kijken, kijken en zien, zien, zien. Wat gebeurt er? Alleen door steeds goed op te letten kun je verrassende foto’s maken. Blijf ook eens een tijdje op één plek staan, en kijk wat er gebeurt.

Tip 3: Er is niks mis met een cliché

Al honderden miljoenen keren gefotografeerd: de Eiffeltoren en de Notre Dame. Niks voor jou? Gemiste kans! Probeer het cliché eens vanuit een verrassende hoek te benaderen. Mijn tip is om niet het gebouw zelf, maar wat er omheen gebeurt vast te leggen. Bijvoorbeeld mensen die selfies maken met de kathedraal op de achtergrond. Al is dat laatste ook alweer een cliché aan het worden.

 Tip 4: Respecteer je onderwerp

Vooral als je mensen fotografeert, is het netjes om ze er fatsoenlijk op te zetten. Vraag toestemming als dat kan. En als mensen door woorden of gebaren aangeven dat ze écht niet op de foto willen, doe het dan ook niet.

 Tip 5: Bereid je goed voor

Voor mij werkt ’t prettig als ik een route door de stad kan volgen. Er zijn heel veel gidsjes te koop die aanknopingspunten bieden. Ik vind zelf de 100%-reisgidsjes handig. Daar staan verschillende wandelingen in met elk hun eigen sfeer. Je bepaalt zelf wat je onderweg fotografeert, maar je hebt nu een doel. En je ziet meer!

 

 

Ik ben een gebakje

F1030025
F1030012
F1010006
F1030001
F1030020
FPE_20140621_0033
FPE_20140620_0098
F1020015
negatiefscans berlijnreis A12, augustus 2012
F1030004
F1010011
F1000011
F1000031
F1000002

Onsterfelijke woorden van John F. Kennedy toen hij in juni 1963, midden in de koude oorlog, het door de muur verdeelde Berlijn bezocht. Bij het stadhuis sprak hij de stad en de wereld toe. Amerika laat jullie niet in de steek. Kun je dat mooier zeggen dan met: “Ich bin ein Berliner”. En nee, dat betekent niet: “Ik ben een gebakje”. Of, preciezer: “Ik ben een gefrituurd bolletje van gistdeeg met jam erin.” (Dus wat wij een Berliner bol noemen). Dat is een mythe, volgens kenners van de Duitse taal. Kennedy wilde aangeven dat hij zich één voelde met de inwoners van Berlijn. En dat mag je in het Duits zo zeggen.

Nu, na 53 jaar, is Berlijn een totaal andere stad. De muur, ooit zo bepalend, is zo goed als verdwenen. Toch kun je de geschiedenis bijna voelen als je door de stad loopt. Dat maakt Berlijn voor mij heel bijzonder. Ik heb deze foto’s gemaakt tijdens twee bezoeken aan de stad. Mijn favoriet is die van de Rijksdag. Hier zie je het nieuwe dak op het oude gebouw. Oud en nieuw Berlijn komen bij elkaar in een ingenieuze constructie. Die nog veel mooiere wordt door het lage tegenlicht. Dat geeft niet alleen een warme kleur, maar ook een dramatisch effect. En op zo’n moment dringt de roerige geschiedenis van Berlijn pas echt tot je door. Inclusief de onsterfelijke woorden van John F. Kennedy.